De wapeningslaag van thermische gevelisolatie beschermt je woning tegen hevige en langdurige regen, grote temperatuursverschillen en andere weersinvloeden. Deze laag voorkomt dat er scheuren ontstaan waarlangs water in het isolatiesysteem kan doordringen. Een correcte plaatsing is dus essentieel voor de waterdichtheid van je gevel.

Waarmee moet je rekening houden?

  • Respecteer de minimum en maximum laagdikte van de wapeningsmortel. Die diktes vind je terug op het etiket van het product of in de technische fiche.
  • Zorg dat je over de volledige gevel een gelijkmatige laagdikte aanhoudt. Een kamspaan van 10×10 mm of 12×12 mm kan je daar bij helpen.
  • Breng het wapeningsweefsel aan in het bovenste derde deel van de totale pleisterdikte. Het weefsel moet daarna volledig met mortel bedekt worden.
  • Laat het weefsel ter hoogte van het sokkelprofiel uitsteken en snijd het af gelijk met de onderzijde. Hierbij volstaat het NIET om het weefsel aan het sokkelprofiel Capatect Thermoprofil 10cm te overlappen.

Werkwijze:

  • Breng de mortel aan op de isolatie in een breedte van minimum 1,1 meter. Kam onmiddellijk op met een kamspaan 10×10 mm of 12 x12 mm.
  • Druk het weefsel in het kambed met een plakspaan. Egaliseer het oppervlak met een spackmes. De mortel dringt hierbij door de mazen van het weefsel.
  • Het wapeningsweefsel moet volledig met mortel bedekt worden. De wapeningsweefsels dienen elkaar 10 cm te overlappen.

Deze werkwijze garandeert een correcte laagdikte en juiste positie van het wapeningsweefel in de mortel in slechts één handeling.

Let op:

Om het oppervlak tot een vlak geheel in één handeling te realiseren zorg je er best voor dat dat de mortel niet wordt aangebracht in volle zon of op een opgewarmd gevelvlak.  Uit ervaring weten we dat wanneer een wapeningslaag in 2 lagen wordt aangebracht, het weefsel zich te diep bevindt om optimaal te functioneren als spanningsverdeler. Hierdoor ontstaat er risico op scheurtjes en barsten.

 

Categorieën: